Blog Bianca | ‘Dan zal de hemel ook wel een verzinsel zijn’
Bestaat de hemel? Die vraag stelt Bianca’s dochter op meerdere momenten in haar leven. “Ik hoop écht dat ik iedereen die ik nu moet missen, ooit weer terugzie, als ik grijs en versleten ben en mijn tijd daar is.”
2015
“Dus, Sinterklaas bestaat niet?”
“Nee.”
“En de Kerstman dan ook niet?”
“Nee.”
“De Paashaas?”
“Nee, ook niet.”
Bijzonder, denk ik nog, dat ze alle fictieve figuren afgaat. Want van de Kerstman en de Paashaas hebben wij nooit een geheim gemaakt.
“Dan zal de hemel ook wel een verzinsel van je zijn!” roept ze. Verontwaardiging, boosheid en verdriet klinken diep door in haar stem.
‘Zo’n ontastbare hemel, vanwaar papa zou meekijken, is ook moeilijk te begrijpen voor iemand van zeven’
Ik snap haar wel. Sinterklaas, die is zichtbaar. Hij komt langs op school, je ziet hem in het Sinterklaasjournaal. En die bestaat al niet. Zo’n ontastbare hemel, vanwaar papa zou meekijken, is dan al helemaal moeilijk te begrijpen. Dat geloof je, of dat geloof je niet.
‘Ik doe nog een goedbedoelde poging om dat kleine beetje verbinding dat ze met haar papa had, te herstellen’
2024
“Denk je eigenlijk dat de hemel echt bestaat?” Zomaar een vraag die ik krijg gesteld, op weg naar de supermarkt.
Mijn wijze, ondertussen zestienjarige dochter, ze is natuurlijk niet voor niets humane wetenschappen gaan studeren. Filosofie is één van haar favoriete vakken. Mijmerend over het leven, zich afvragend waarom we doen wat we doen, is dit voor haar geen vreemde vraag.
‘Ik hoop écht dat ik iedereen die ik nu moet missen, ooit weer terugzie’
“Oh, dat vind ik een moeilijke, ik hoop het,” antwoord ik eerlijk. “Ik hoop écht dat ik iedereen die ik nu moet missen, ooit weer terugzie als ik grijs en versleten ben en mijn tijd daar is.”
“Ja, dat snap ik wel.”
“En jij?”
“Ik weet het niet, ik denk het niet eigenlijk,” antwoordt mijn dochter bedachtzaam.
“Geloof je dan wel dat er meer is tussen hemel en aarde?” vraag ik haar.
“Wat betekent dat?”
“Dat je denkt de energie van iemand nog te kunnen voelen, dat dingen die gebeuren onverklaarbaar zijn, waarvan je dan denkt dat dit bijvoorbeeld door papa komt.”
Ze twijfelt even: “Hmmmm, nee dat denk ik niet. Maar ik denk wel dat er veel mensen zijn die daar behoefte aan hebben om dit te geloven, te voelen en te willen.”
Aha, het stukje wetenschapper: de genen van haar vader heeft ze overduidelijk meegekregen. Niet zomaar geloven wat iedereen zegt, omdat dat zogezegd makkelijker is.
‘Papa weet het inmiddels. Wij moeten nog even geduld hebben’
We glimlachen en staren voor ons uit. “Papa weet het inmiddels,” zeg ik. “En wij moeten nog even geduld hebben.”