Persoonlijke coaching

Persoonlijke coaching

Interview RTL Nieuws, Rubriek Nooit meer

Bianca wil nooit meer weduwe worden: ‘Verdriet overvalt me nog altijd’

 

“In 2012 tijdens onze vakantie op Kreta.”Beeld © Eigen foto

In deze wekelijkse rubriek vertellen mensen over iets dat zij nooit meer willen meemaken, doen of laten. In haar jonge leven had Bianca Krol (42) al veel verlies meegemaakt. Ze dacht alles gehad te hebben, toen acht jaar geleden haar man overleed aan een hersentumor en ze alleen achterbleef met hun twee dochters. “Tussen mij en de kinderen in blies hij zijn laatste adem uit.”

 

“Zeventien jaar zijn Paul en ik samen geweest. Zijn humor trok me aan. Hij was zó grappig en kon heel adrem uit de hoek komen, dat ik dacht: hoe verzin je het? We lachten heel veel samen. En Paul had veel geduld met mij. Toen we verkering kregen, had ik al veel meegemaakt. Ik was beschadigd en droeg een flinke rugzak met me mee. Sommige jongens zouden daarvoor zijn weggerend, Paul niet. Hij wist precies wat ik nodig had.”

Vermoedens

“Ik was pas vier toen mijn ouders uit elkaar gingen. Mijn vader was gewelddadig en verslaafd aan alcohol, hij verdween na hun scheiding uit mijn leven. Mijn moeder was een lieve, zorgzame vrouw die er altijd voor mij was. Qua uiterlijk lijk ik sprekend op haar: we hebben dezelfde bruine ogen en hetzelfde haar. Toen ik zeven was, kreeg ze een relatie met mijn stiefvader. Ze kregen samen nog een zoon en alles ging goed, tot mijn moeder op mijn vijftiende ernstig ziek werd. Ze had huidkanker. Terwijl zij doodziek in het ziekenhuis lag, begon mijn stiefvader mij seksueel te misbruiken.”

“Mijn moeder vermoedde iets omdat ze vond dat mijn stiefvader raar omging met mij. Hoe ziek ze ook was, ze wilde mij beschermen. Dus ze stelde mij als ik haar opzocht kritische vragen, en toen vertelde ik haar wat er speelde. Vier weken later stierf ze. Te snel om zelf te kunnen handelen, maar ze had haar beste vriendin ingeseind. Zij zorgde ervoor dat ik kort na mijn moeders dood uit huis werd geplaatst. Ik belandde in een internaat en in de weekenden mocht ik logeren bij een andere vriendin van mijn moeder. Dat was de moeder van Paul. Ik vond hem knap, met zijn blauwe ogen met daar om de pupil een geel sterretje. Een jaar lang draaiden we om elkaar heen, tot we niet meer konden ontkennen dat we allebei hartstikke verliefd waren.”

‘We waren een team’

“Paul had heel veel geduld met mij. Door het misbruik hield ik mannen op afstand, dat begreep hij. Nooit forceerde hij iets. Ik heb een zeldzame vorm van reuma en ook daarop reageerde hij begripvol. Paul bleef voor mij gaan, terwijl dat echt niet altijd makkelijk was. Hij steunde me door naar mij te luisteren wanneer dat nodig was en door mij altijd als gelijkwaardig te zien. Dat was nieuw voor mij, want ik was alleen maar heel dominante mannen gewend. Iets wat Paul totaal niet was.” 

“Vijftien jaar geleden werd onze eerste dochter geboren, twee jaar later volgde de tweede. Paul en ik waren samen echt een team. Hij was enorm betrokken bij de opvoeding en verzorging van de kinderen. Iedere ochtend maakte hij ze wakker met het liedje ‘Begin de dag met een dansje.’ Met een fietskar bracht hij ze naar school, terwijl hij volop grapjes met ze maakte.”

Sprakeloos

“Achteraf begonnen zijn eerste klachten al na de geboorte van onze oudste dochter. Paul had hoofdpijn en was moe en geprikkeld. Wij dachten dat het kwam door de stress op zijn werk, want zijn contract werd niet verlengd. En de gebroken nachten met een baby hielpen vast ook niet mee. De klachten leken ook weer minder te worden, dus we stonden er verder niet bij stil.”

“Twee jaar later, na de geboorte van ons jongste kind, begon Paul weer last te krijgen van hoofdpijn en vermoeidheid. We hoopten opnieuw dat het wel zou loslopen, maar nu ging Paul ook dubbelzien. We dachten dat hij misschien een burn-out had en gingen naar de huisarts, die hem doorverwees naar de neuroloog. Samen gingen we naar het ziekenhuis, waar meteen een CT-scan werd gemaakt. De uitslag zouden we ook direct die dag krijgen. Al die haast was natuurlijk geen goed teken, maar we waren naïef en staken onze kop in het zand.”

“De neuroloog viel een paar uur later met de deur in huis: ‘Het is niet goed, je hebt een heel grote tumor in je rechterhersenhelft en die moet eruit.’ Hij voegde eraan toe dat hij Paul graag meteen in het ziekenhuis wilde houden. Ik was sprakeloos en er schoten duizend gedachten door mijn hoofd: waarom moet ik nu niet huilen? Wat doen we met de kinderen? De jongste had ik op schoot omdat ik nog borstvoeding gaf, onze andere dochter was bij opa en oma. Paul reageerde gelaten. Hij was stil, maar ik zag aan hem dat ook bij hem van alles door zijn hoofd schoot.”

Mooie herinneringen

“Paul was altijd bang geweest voor artsen en naalden, maar nu beet hij zich vast in de behandeling. Hij werd geopereerd, en daaruit kwam goed nieuws: de tumor leek goedaardig en was in zijn geheel weggehaald. Helaas bleek kort daarna dat het toch kwaadaardig was en dat er nog cellen op zijn hersenstam zaten. Hij kreeg dus nog bestralingen. Daarna bleef de kanker zo’n drie jaar stabiel. Jaren die als geleende tijd voelde en waarin Paul volop genoot van onze meiden, die hij zo graag zag opgroeien.”

“Een controlescan liet drie jaar later zien dat er een tumor was gegroeid in een ander gebied van zijn hersenen, waardoor Paul last kreeg van zijn evenwicht. Zes weken daarna werd hij opnieuw geopereerd, daarna volgden er negen chemokuren. Paul werd steeds zwakker en de chemo’s leken niet meer aan te slaan. De kanker was explosief gegroeid, er was niets meer tegen te doen. We besloten met de behandelingen te stoppen en nog met ons gezin op vakantie te gaan zolang dat nog kon. Met toestemming van de artsen vlogen we naar Griekenland in de hoop om samen nog mooie herinneringen te maken.”

Laatste adem

“Maar op vakantie ging Paul plots zó hard achteruit, dat hij in een coma raakte. Gelukkig wist het ziekenhuis hem dusdanig op te lappen dat hij weer bijkwam, zodat we samen terug naar Nederland konden vliegen. Het was een aflopende zaak. Ik wilde graag dat Paul thuis kon sterven, dus er werd een ziekenhuisbed in de woonkamer geplaatst. Vrienden en familie kwamen afscheid nemen.”

“Op de tweede dag kon Paul niet meer slikken of praten. De huisarts vroeg Paul of hij hem morfine mocht geven. Paul wist heel goed wat dit betekende en knikte. Eerst kreeg hij een slaapmiddel toegediend. De meiden gingen bij hem op bed liggen, ook zijn moeder en ik zaten erbij. We knuffelden hem en zeiden dat we oneindig veel van hem hielden. Dat hij goed had gevochten en nu mocht gaan. Tussen ons in blies hij toen al zijn laatste adem uit. De morfine was niet eens nodig.”

Gemis

“En toen was ik ineens weduwe met twee jonge kinderen. Paul was vijf jaar lang ziek geweest en in die tijd was ik al gewend dat ik veel alleen moest doen, zoals het huishouden en de kinderen. De zorg voor Paul was intensief en stressvol geweest. Dat stukje viel ineens weg, en het klinkt misschien raar of hard, maar ergens was dat ook een opluchting. Alles draaide logischerwijze altijd om Paul, en ineens was er weer ruimte om spontaan met de meisjes naar de speeltuin te gaan.” 

“Daarnaast was – en is –  er een groot verdriet en gemis. Paul was mijn maatje, mijn grote liefde en we waren zo verweven met elkaar. Hij wordt nog iedere dag gemist. Als ik een belangrijke beslissing moet nemen, bijvoorbeeld over de schoolkeuze van de kinderen. Of als ik een bepaald liedje hoor dat hij altijd voor de grap verkeerd meezong. Op onverwachte momenten kan het verdriet mij nu, acht jaar later, nog altijd overvallen.”

Weer gelukkig

“Nooit meer wil ik zoiets heftigs meemaken en weduwe worden. Maar het heeft mij ook mooie dingen gebracht. Sinds vorig jaar ben ik rouw- en verliescoach, en met mijn kennis en eigen ervaringen kan ik anderen helpen.”

“Ik heb een fijne, nieuwe relatie en kan oprecht zeggen dat ik gelukkig ben en dat het goed gaat met ons. De meiden zijn vrolijk en doen het goed, ondanks alles wat ze hebben meegemaakt. De oudste vroeg laatst: ‘Als je dit van te voren had geweten, had je dan wel voor papa gekozen?’ Ik antwoordde dat ik dit allemaal nooit had willen meemaken, maar ook nooit had willen missen. Dan had ik namelijk mijn mooie kinderen niet gehad en de heerlijke jaren met Paul gemist. Dat voor geen goud.”